Potloden bestaan uit een tekenstift van klei en grafiet in een houten omhulsel. Het mengsel voor de potloodstift van klei en grafiet wordt in een oven gebakken. De verhouding tussen klei en grafiet bepaalt de hardheid: hoe meer klei, hoe harder het potlood.

Zachte potloden B
B potloden lopen van B (of 1B), 2B, 3B tot en met 9B, het zachtste potlood. HB is een mengeling van hard en zacht en wordt vaak gebruikt op scholen.
Voor kunstenaars zijn de zachte potloden uitstekend geschikt om met textuur, toon, arcering of gewoon een simpele lijn diepte aan te brengen. De hele zachte potloden kun je voor grotere vlakken gebruiken.

Harde potloden H
Harde potloden hebben de letter H en afhankelijk van de hardheid staat er een nummer bij, lopend van H (of 1H), 2H, 3H tot en met 9H, het hardste potlood.
Voor ontwerpers, architecten en technisch tekenaars zijn deze potloden heel geschikt, bijvoorbeeld om perspectieflijnen te tekenen of precieze constructietekeningen te maken. Toch kun je ook met harde potloden expressief tekenen. Dat doe je door kruislings te arceren, waarmee donkere en lichtere vlakken ontstaan.
Andere potloodtypen
Andere typen potloden zijn o.a. waar je ook goed mee kunt schrijven zonder te hoeven slijpen, of het aquarelpotlood dat in combinatie met water een schilderachtig effect geeft.
Maak jouw eigen website met JouwWeb